Kerkelijke WetArt. 1. WANGEDRAG 1. De Kerkelijke Wet treedt in werking in geval van ketterij, van schisma, afvalligheid, belediging of laster jegens de kerk, haar instellingen, haar leden of haar leer.
2. De Kerkelijke Wet treedt in werking tegen alle schendingen van het canoniek recht, zo ook tegen de handelingen van insubordinatie van geestelijken ten opzichte hun superieuren.
3. Ketterij is de verwerping van alle, of een deel, van de Aristotelische doctrine.
4. Een eventuele scheuring door clerus in de Aristotelische Kerk is een belediging voor de eenheid van het Aristotelische Geloof
5. Afvalligheid zal worden bestraft met de ontkenning van de gedoopte en zijn eed richting het Aristotelische Geloof.
Art. 2. SANCTIES 1. Het doel van de rechtszaak van de Kerkelijke Wet is het verkrijgen van een schuldbekenning van de verdachte en een verwerping van zijn valse gedachten.
2. Straffen moeten in verhouding staan tot het misdrijf dat is begaan, en de oprechtheid van het berouw van de verdachte.
3. Sancties worden enkel opgelegd tegen hen die zich berouwvol tonen en zich bereid tonen hun valse gedachten te verwerpen. Dit berouw of verwerping omvat:
- publieke verontschuldiging,
- de bedevaart,
- het onderhoud van een arme,
- het dragen van het kruis,
- openbare geseling,
- de tijdelijke of permanente verbanning van het diocees waar de overtreding is begaan,
- verbeurdverklaring van de voorrechten en lasten van Kerk,
- excommunicatie of anathema,
- en Carcer strictissimus.
De sancties: Private verontschuldiging
Openbare verontschuldigingen.
De haven van eenvoudige kruizen. (Banner: Ik heb beledigd, de Almachtige en ik boeten)
De haven van dubbele kruizen. (Banner: Schaamte en schande over de zondaar die ik ben)
De preek: Ga naar de stadshal van een ander dorp of stad en biedt publiekelijk verontschuldigingen aan de Aristotelische Kerk. De keus van het dorp of de stad is aan de rechter.
Het vervelende werk in de kathedraal: Het poetsen van de klokken, totdat deze weer blinken, het schrobben van de vloeren van de kerk, het schoonvegen van de vloeren van de kerk, enz.
Onderhoud van het kerkhof
Het dieet [HRP] boete IG: niet eten van het brood of maïs voor 5 dagen [/ HRP]
De processie: Openbare wandeling door de straten van zijn dorp of stad, waarbij hij zijn schuld en boetedoening door de straten schreeuwt.
Vasten [HRP] boete IG: eet slechts 1 punt voor hongerende gedurende 5 dagen [/ HRP]
Prediking: Ga naar een dorp of stad om de publieke verontschuldiging van de Aristotelische Kerk te ontvangen.
Donatie aan de kerk (doneer een geldbedrag IG aan de kerk, Screenshots als bewijzen.)
Kleine bedevaart naar de kathedraal naar keuze.
Tour de France met 5 steden die gekozen zijn door de Inquisitie (Screenshot nodig als bewijs).
Verplichting tot het verlaten van de stad
Verplichting tot het verlaten van het land (lees: Graafschap)
Belasting betaling voor een bepaalde periode (IG een geldbedrag doneren aan de kerk voor een bepaalde periode)
De gang naar het klooster (IG voor een vastgestelde termijn in een klooster verblijven, Screenshots nodig als bewijs)
Compensatie van de gemaakte kosten of kerkelijke verliezen
Excommunicatie (verbanning van het forum)
Gevangenis (IG) Er zijn twee mogelijkheden, waarvan de Carcer strictissimus veel zwaarder is. (eenzame opsluiting).
Het kruis (Doodstraf)
Het reinigende vuur (Doodstraf)
4. De koppige en recidivisten worden overgedragen aan de seculiere arm der wet, met of zonder aanbeveling.
5. Wanneer een autoriteit weigert te voldoen aan de heilige plicht om de Kerkelijke Wet te helpen bij haar strijd voor de triomf van het Aristotelisme, zal worden aangeklaagd door het Pauselijk gerecht als een publiek persoon.
6. Een uitspraak in het kader van de Kerkelijke Wet moet gezien worden als bindend.
7. De Vidame van de Kerkelijke provincie op het grondgebied waarop het vonnis werd uitgesproken is belast met het toezicht op de nakoming van het vonnis.
De gewone rechtbankenArt. 3. De officiële bisschoppelijke rechtbanken. 1. De officiële bisschoppelijke rechtbanken zijn belast met de naleving van de beginselen van het Canoniek recht en de Kerkelijke Discipline.
Elke diocees, wel of niet grootstedelijke wijbisschop, kan een ambtenaar zijn van de bisschoppelijke rechtbank.
Als een bisdom geen wijbisschop heeft, dan valt deze onder de grootstedelijke ambtenaar.
2. De officiële instanties zijn alleen voor misdrijven die zijn gepleegd in hun bisdom door een inwoner van hun bisdom.
3. De zin behoudt zijn kracht wanneer de veroordeelde het diocees verlaat waar hij werd veroordeeld. De bisschop kan in dit geval zijn toevlucht zoeken tot een ambtenaar van het bisdom waar de veroordeelde naartoe gevlucht is. En hem vragen alsnog het vonnis uit te voeren.
4. Een officier van de Kerkelijke Wet stelt een dossier op en kan deze voorleggen aan de Bisschoppelijke Rechtbank.
5. De Hoofd aanklager (Ecclesiastical) moet een lid zijn van de Aristotelische clerus en moet een specifieke opleiding hebben gevolgd in het onderwijs en het beheer van het Canoniek Recht, binnen het seminarie van de Congregatie van de Heilige Inquisitie, of een seminarie ontvangen van een religieuze orde, na ontvangst van goedkeuring door de Congregatie van de Heilige Inquisitie. De openbare aanklager wordt benoemd op kerkelijk niveau door de bisschop van het bisdom waar de aanklager woonachtig is. Het kan niet worden afgedaan als een bijzonder besluit van kardinaal inquisiteur.
6. De officier van justitie is belast met de kerkelijke proces, welke geheim is. Hij verzorgt het bewijsmateriaal, het ondervragen van getuigen en partijen, en verzamelt bekentenissen. De officier van justitie maakt gebruik van het opportuniteitsbeginsel en zal zelf de klacht samenstellen en voorlezen aan de verdacht.
7. De verdachte kan zich laten vertegenwoordigen door een advocaat welke zich heeft te houden aan de Aristotelische biecht en een vertegenwoordiger van de kerk is (clerus). De advocaat zal hem tijdens de gehele procedure bijstaan.
8. Het volledige dossier van het bewijs moet worden voorgelegd aan de verdediging, indien zij daarom verzoekt.
9. Het proces wordt voorgezeten door de bisschop, bijgestaan door een ambtenaar, en Vidame van de kerkelijke provincie waar zij woonachtig is. De ambtenaar wordt voor het leven benoemd door de bisschop, en moet een geestelijke zijn welke onder zijn bisdom en zijn zorg valt. Als Vidame zal een tweede ambtenaar, onder dezelfde voorwaarden als de eerste, worden benoemd.
10. De rechtbank aanhoort ter openbare terechtzitting, de openbare aanklager, het argument in het kader van de Kerkelijke Wet en verdediging.
11. Het vonnis zal worden uitgesproken na beraadslaging door de bisschop, welke in overleg zal treden met zijn assistenten (Ambtenaar en Vidame).
12. Indien de verdachte schuldig wordt bevonden, kan hij hiertegen in beroep gaan bij het Pauselijk Hof van de Inquisitie. In dit geval kan de procureur des Konings de vertegenwoordigers van de Aristotelische kerk naar het hof sturen om bij het proces aanwezig te zijn..
13. De Kerkelijke Aanklager, kan naar eigen goeddunken beroep aantekenen tegen de beslissing van de Officiële Bisschoppelijke Rechtbank.
Art. 4. PAUSELIJK HOF 1. Het pauselijk hof wordt voorgezeten door de paus, of bij diens afwezigheid door de kardinaal Camerlengo, bijgestaan door vier kardinalen, waarvan ten minsten een kardinaal inquisiteur.
Een bisschop of aartsbisschop, welke het vonnis heeft uitgesproken in het eerste proces, behoort niet tot de vier kardinalen van het hof.
2. De Pauselijke Rechtbank is op de hoogte van:
– De beslissingen, welke genomen zijn door de Officiele Bisschoppelijke Rechtbank.
– In eerste aanleg, de mening van de kardinaal.
– In eerste aanleg, de zienswijzen van de verdachte(n), en een of meer kardinalen of hun collega’s die hen vervangen.
3. Wanneer een ambtenaar nalatig is, kan de rechtbank oordelen dat een individu in de eerste en laatste aanleg, slechts een waarschuwing behoeft van de kardinaal.
4. Een persoon met een openbaar bestuur omvat: Een hertogdom, een religieuze orde van pontificaal recht, een openbare instelling, of een andere vereniging georganiseerd.
5. Er wordt in het geheim een proef wordt uitgevoerd door een lid van de Pauselijke Rechtbank die daartoe door de paus, of bij diens afwezigheid, door de kardinaal Camerlengo, is aangewezen.
De instructeur overhandigd aan de kardinaal het bewijsmateriaal, de ondervragingen van partijen en getuigen en de verzamelde bekentenissen. Het is wenselijk voor de vervolging en de verantwoording van de aanklacht dat de Rechter deze opleest. Het is niet toegestaan gebruik te maken van het probleem alleen, men dient een dossier te hebben met daarin een onderbouwde aanklacht.
6. De vervolging wordt gezamenlijk uitgevoerd door de Pauselijke rechtbank. Zij legt het proces en de procedure vast en het argument van de verdediging zodat deze zich kan laten vertegenwoordigen door een advocaat, onder dezelfde voorwaarden als die beschreven in artikel 3, paragraaf 7.
7. Het volledige dossier van het bewijs moet worden voorgelegd aan de verdediging, indien zij daarom verzoekt.
8. De uitspraken zullen genomen worden, na beraad met de Paus, of bij het ontbreken van hem door de kardinaal Camerlengo. Discussies zijn onderworpen aan het principe van de meerderheid.
9. Na een uitspraak van het Pauselijk Hof, is er geen mogelijkheid meer tot hoger beroep, behalve bij een bijzondere beslissing van de paus, of bij diens ontbreken, de kardinaal Camerlengo.
10. De proef, moet op zijn best een week na het lezen van de aanklacht.
11. Discussies zijn onderworpen aan het principe van de meerderheid. Beslissingen in solidum kan niet over gediscussieerd worden.
Art. 5. DE HOGE KERKELIJKE RECHTBANK 1. De Hoge Kerkelijke Rechtbank heeft de verantwoordelijkheid voor een soepel verloop van de procedure voor de rechtbank en garandeert de correcte toepassing van de bepalingen van het Canoniek Recht.
2. De Hoge Kerkelijke Rechtbank bestaat uit het hele College van kardinalen.
3. De Hoge Kerkelijke Rechtbank zal enkel door een kardinaal worden aangeschreven wanneer, alle rechtsmiddelen zijn uitgeput. Een verwijzing naar De Hoge Kerkelijke Rechtbank heeft geen opschortende werking voor de uitvoering van het vonnis, tenzij de seculiere rechtbank een ander vonnis heeft uitgesproken dat hiermee in het geding komt, in welk geval hij zou moeten blijven in afwachting van de uitvoering van het besluit van De Hoge Kerkelijke Rechtbank.
4. De rechter van De Hoge Kerkelijke Rechtbank kijkt enkel maar naar wat er in de wet staat, betreffende de zaak. Hij is niet voor de herziening van de juridische kwalificatie van de aanklachten tegen een veroordeelde persoon. Het is alleen procedureel, en zal enkel kijken naar het gedeelte dat spreekt over de straf.
5. De Hoge Kerkelijke Rechtbank zal de rechter, welke het vonnis heeft uitgesproken te vragen te verschijnen. Er zal een dossier worden gevraagd, welke de getuigenissen bevat, een rapport en zijn wettelijke besluit.
6. De Rechtbank doet zijn besluiten bij een gewone meerderheid van stemmen, ten hoogste een week na de presentatie van het rapport. Uitspraken mogen niet meer worden onderworpen aan Hoger Beroep. Het zijn uitspraken in de vorm van voorschriften met betrekking tot de correcte toepassing van de Canoniek Recht.
7. De Hoge Kerkelijke Rechtbank kan een beslissing van een rechtbank teniet doen, en eisen dat de zaak heropent wordt en er een nieuwe beslissing wordt genomen aan de hand van de aanbevelingen van De Hoge Kerkelijke Rechtbank.
UITZONDERINGEN VAN JUSTITIE Art. 6. HET GERECHT VAN DE INQUISITIE 1. De Inquisitie is een groep van rondreizende rechters die fungeren als onderdeel van een opdracht waarvan de bepalingen werden openbaar gemaakt in overeenstemming met artikel 6, paragraaf 3.
2. De kardinaal benoemd de inquisiteurs en geeft hen een onderkomen.
3. De Inquisiteur Kardinaal en de inquisiteurs zullen duidelijk aangeven waarom ze iemand voor het gerecht slepen.
4. De inquisiteur zal zelf verantwoordelijk zijn voor het onderzoek en zal daarom het onderzoek leidden.
Het onderzoek gebeurd in het geheim.
Hij verzameld het bewijsmateriaal, ondervraagt de partijen en getuigen en verzameld bekentenissen. Hij bekijkt of het wenselijk iemand te vervolgen en zal hierna de aanklacht opstellen. Een ambtenaar kan dezelfde taken krijgen als een inquisiteur, wanneer dit wordt opgesteld in een nooddecreet.
5. Het onderzoek zal zich er enkel nog maar op moeten richten tot het verzamelen en archiveren van de bewijslast. Het onderzoek moet zich er nog niet toe strekken iemand al te veroordelen tot de dood of een levenslange handicap.
6. De inquisiteur zal zelf het proces leidden, welke openbaar zal zijn.
De aangeklaagde kan zich laten vertegenwoordigen door een advocaat, onder dezelfde voorwaarden als die beschreven in artikel 3, paragraaf 7.
7. Het volledige dossier van het bewijs moet worden voorgelegd aan de verdediging, indien zij daarom verzoekt.
8. Het vonnis wordt uitgesproken door de Inquisiteur Kardinaal. Hiertegen is geen beroep mogelijk.
Daardoor, is het niet voor de nieuwsgierigen om te beslissen over de aard en de zwaarte van de straf, maar aan een college van beoordelaars in overeenstemming met artikel 6, paragraaf 10.
9. De inquisiteur dient, wanneer hij geen ondertekend bevel heeft gekregen van een hogere kardinaal, een verzoek in te dienen bij de bisschop om een Inquisitie op te richten in zijn bisdom.
10. Nadat de rechtszaak door de inquisiteur is openbaar gemaakt, zal er een groep van auditoren worden samengesteld, welke bestaat uit: de inquisiteur welke bevoegd is onder het zegel van inquisiteur, maar geen uitspraak heeft gedaan in het proces, een inquisiteur welke niet is opgeleidt, maar wel de zaak heeft gevolgd, en de bisschop van het bisdom waar de veroordeelde heeft terecht gestaan. Dit college heeft de verantwoordelijkheid om te handelen, volgens het principe van de meerderheid, en zal de aard en de zwaarte van de straf op leggen aan de veroordeelde.
Art. 7. De notulen van de proeven door de gerechtelijke instanties kerk moet worden opgesteld en bewaard in het archief van de Congregatie van de Inquisitie.
Art. 8. De Inquisiteur Kardinaal moet zorg dragen voor de organisatie, alswel de speciale diensten van de Kerk, in overeenstemming met het Leger en de Heilige Congregatie.