Rechtzaak Maartendezwarte

Zoals gewoonlijk had Bill Monseigneur Elequest begeleid naar het Bisschoppelijk paleis van Keulen. Iets wat gespannener als normaal had Bill dit maal de reis ervaren. Na dat Bill de monseigneur keurig bij zijn dienst kamer had gebracht, was het zaak voor Bill om zich klaar te maken voor de dag dat komen ging.
Zijn hagelwit gestreken tunic had zijn zorgzame wederhelft zorgvuldig in gepakt. Nadat hij zich het stof van de doorkruiste paden van zijn gelaat had gewassen en zijn hagelwitte tunic had aan getrokken, was het zaak voor Bill om ook de rechtszaal op te zoeken.

Als Bill de rechtszaal binnen stap ziet hij dat Monseigneur Elequest en de Diaken van Rotje en Leiden zich al in de zaal bevinden. Met een passelijke Domius Vobiscum en een lichte hoofd kinkje nam Bill plaats in een van de voorste rij banken. Bill was er van overtuigd dat hij hier niet lang zal zetelen.

[i]Bolsius hoorde dat er weer eens een rechtzaak was, en als "oud"rechter ging hij ook maar eens kijken[/i]

Het tijdstip van de start van de rechtszaak is al even verstreken. de gedaagde is nog altijd niet op komen dagen, zoals verwacht was.
Elequest besluit toch om de rechtszaak te starten en loopt de zaal in samen met de andere leden van de Officialiteit.

De aanwezigen gaan staan tot het moment dat Elequest en de andere rechters zitten.

Beste aanwezigen. Ik heet u welkom op deze eerste rechtszaak van de vernieuwde officialiteit.

Voor ik van start ga wil ik eerst met u bidden

Elequest sluit zijn ogen en bid tot de Heilige Arnavald voor een goed verloop van de rechtszaak

Heilige Arnvald, in de tijd dat gij onder ons hebt geleefd
Was gij de advocaat van de armen
Gij was de onpartijdige, strenge magistraat
De voorzienigheid der Justitie
Luister vandaag naar ons gebed

Help ons de Rechtvaardigheid te behouden, zoals gij het hebt behouden
Opdat wij onze rechten kunnen verdedigen
En wij kunnen zoeken naar verzoening en vrede.
Zodat de Rechtvaardigheid in de Liefde der Aristotelen kan worden teruggegeven
Zonder toegeeflijkheid voor de schuld van een vriend of machtig heerschap

Wees onze gids op de weg der Integriteit
Laat ons bekwaam zijn onszelf tegen de aantrekkingskracht van macht en rijkdommen te verzetten
Opdat wij Eerbiedig blijven tegenover het gegeven woord en het ideaal van de ridderlijke eer
Bescherm ons van de verleiding van de Duisternis en het Schepsel zonder Naam

Gij, het model van de bescheiden prelaat,
Gij, die uw hele leven heeft gewijd aan de verzameling van de waarheid,
Menigten werden bekeerd door uw woorden,
En de verlichting van jouw leven
Heeft ons het land gegeven waaraan wij behoefte aan hadden

Heilige Arnvald, Voltrekker van het Recht, Ik vraag aan U
Help ons om het ideaal van de gulden middenweg der Aristotelianen te verenigen
Door middel van jouw verzameling van Rechtvaardigheid, Waarheid en Integriteit

AMEN

Dan wil ik nu de rechtszaak openen.

Met een hamer slaat hij op de tafel.

Vandaag behandelen we de zaak tegen Maarten de Zwarte.

De heer de Zwarte is niet aanwezig maar heeft wel een brief gestuurd

Citaat :

Open brief aan de Bisschoppelijke Rechtbank van Keulen en de Aristotelische Gelovigen van Holland

Zeer geëerde Rechtbank, Monseigneuren,

Via een persoonlijk schrijven heb ik u inmiddels op de hoogte gesteld dat ik bij het proces dat tegen mij werd aangespannen verstek zal laten gaan. Langs deze weg wens ik deze beslissing voor de Hollandse bevolking toe te lichten.
Op dit ogenblik bevind ik mij op zee, als gevolg van een missie die onmogelijk – deels voor de veiligheid van het Hollandse graafschap – onmogelijk uitgesteld kon worden. Toch is dit niet de voornaamste reden voor mijn afwezigheid in de Bisschoppelijke Rechtbank. Ik verzet mij namelijk tegen de vorm van bewijsstukken die voor worden gelegd en waar de zaak die tegen mij is aangespannen, is op gebaseerd. Er werd bij het formuleren van de klacht namelijk gebruik gemaakt van geschilderde woorden. Deze praktijk lijkt mij onwaardig voor een Kerkelijke Rechtbank onwaardig, zoniet werkt minstens de schijn op van hekserij. Dat deze schilderijen werden gemaakt door een lid van de Teutoonse Orde, vertegenwoordigers van Zijne Heiligheid de Paus, is des te betreurenswaardiger. Ik besef dat ik als beklaagde geen enkele bevoegdheid heb inzake de procedures van de Bisschoppelijke Rechtbank, maar meen anderzijds wel ook beklaagden rechten hebben. In het andere geval is een rechtszaak sowieso overbodig. Helaas lijkt de Bisschoppelijke Rechtbank mij eerder als een veroordeelde in plaats van als een beklaagde te behandelen. Zo wordt mij geweigerd op te treden als dooppeter. Mijn inziens is dat het gevolg van het gebruik van geschilderde woorden; in geval gebruik zou worden gemaakt van een getuigenverklaring, zouden de vertegenwoordigers van de Bisschoppelijke Rechtbank ongetwijfeld voorzichtiger te werk zijn gegaan. Mijn verzoek om de schilderijen als bewijsstuk nietig te verklaren én mijn woord om de mondelinge of geschreven verklaring van een lid van de Teutoonse Orde niet te betwisten, werd echter geweigerd. Er bleef mij dan ook geen ander keuze over dan verstek te laten gaan.
Tenslotte wens ik nog te wijzen op het feit dat zowel de getuige als de aanklager voluit gebruik maken van hun lidmaatschap van de Teutoonse Orde. Ik betwist het belang van de Orde voor de verdediging van de Aristotelische Kerk niet, maar u begrijpt dat het voor een eenvoudig burger als ikzelf het geloof in de Bisschoppelijke Rechtbank niet ten goede komt wanneer getuige en aanklager duidelijk aangeven dezelfde belangen te dienen. U begrijpt ongetwijfeld dat het voor mij, schapenboer en bescheiden handelaar, niet vanzelfsprekend is een klacht tegen de getuige neer te leggen, wanneer ik dat moet doen bij een lid van dezelfde Orde waarvan de leden ongetwijfeld gezworen hebben elkaars leven en eer te beschermen.

Zeer geëerde Rechtbank, Monseigneuren,

Ik betwist evenmin dat ik op de bewuste avond, onzorgvuldig mijn woorden heb gekozen bij de vragen die mij door de getuige werden gesteld over een artikel dat ik als toenmalig hoofdredacteur van Kingdoms Associated Press had geschreven. Daarin had ik gesteld dat er vraagtekens konden worden geplaatst bij de openheid van Zijne Heiligheid de Paus inzake de zoektocht naar verdwenen relicten. Ik had die avond enig bier tot mij genomen, in die mate dat ik woorden heb gekozen waaruit minachting ten opzichte van de Hoogste Vertegenwoordiger van de Aristotelische Kerk in de wereld, zou kunnen blijken. Ik wens me hier dan ook voor te verontschuldigen en een boetedoening te aanvaarden. Evenwel, opnieuw op voorwaarde dat de geschilderde woorden als bewijsstuk ongeldig worden verklaard, en enkel het mondelinge of geschreven bewijs van de getuige worden aanvaard. Ik besef dat ik over geen enkele macht beschik om dit verzoek af te dwingen, maar doe daarom beroep op uw wijsheid, die u als vertegenwoordigers van de Aristotelische Kerk, kenners van rechtspraak en moraliteit, bezit.

Ik verontschuldig me ten overstaan van de op de bewuste avond in Luilekkerland, een Leidense herberg van onbesproken naam en faam, aanwezige stamgasten, die door mijn ondiplomatische woorden zouden zijn geraakt. Het is evenwel nooit mijn bedoeling geweest Zijne Heiligheid de Paus te beledigen, maar enkel mijn teleurstelling uit te drukken dat de Heilige Stoel zich mogelijk liet misleiden door valse Gelovigen bij haar politiek rond de zoektocht naar de relicten.

Met achting,

Maarten de Zwarte van Clermont,
9de dag van de maand Oktober van het jaar 1460

Hieruit blijkt dat de heer de Zwarte niet aanwezig zal zijn. Hij geeft aan dat hij op reis is maar uit een andere passage uit deze brief en eerdere briefwisselingen tussen de bisschoppelijke aanklager en de verdachte en een briefwisseling tussen mijn persoon en de verdachte blijkt dat de heer de Zwarte het niet eens is met de bewijsvoering.

Opzich is dit een vreemd gegeven want de bewijslast word hier vandaag neergelegd en beoordeeld door de officialiteit.

Wellicht komen we later nog terug op de verdere inhoud van de brief

Het is nu tijd voor de aanklacht.

Ik wil het woord geven aan de Bisschoppelijke aanklager Hoogeerwaarde Colar Bustri il Duce van Straeten

Colar luisterde naar de voorzitter van de Officialiteit en bad samen met hem.


Heilige Arnvald, in de tijd dat gij onder ons hebt geleefd
Was gij de advocaat van de armen
Gij was de onpartijdige, strenge magistraat
De voorzienigheid der Justitie
Luister vandaag naar ons gebed

Help ons de Rechtvaardigheid te behouden, zoals gij het hebt behouden
Opdat wij onze rechten kunnen verdedigen
En wij kunnen zoeken naar verzoening en vrede.
Zodat de Rechtvaardigheid in de Liefde der Aristotelen kan worden teruggegeven
Zonder toegeeflijkheid voor de schuld van een vriend of machtig heerschap

Wees onze gids op de weg der Integriteit
Laat ons bekwaam zijn onszelf tegen de aantrekkingskracht van macht en rijkdommen te verzetten
Opdat wij Eerbiedig blijven tegenover het gegeven woord en het ideaal van de ridderlijke eer
Bescherm ons van de verleiding van de Duisternis en het Schepsel zonder Naam

Gij, het model van de bescheiden prelaat,
Gij, die uw hele leven heeft gewijd aan de verzameling van de waarheid,
Menigten werden bekeerd door uw woorden,
En de verlichting van jouw leven
Heeft ons het land gegeven waaraan wij behoefte aan hadden

Heilige Arnvald, Voltrekker van het Recht, Ik vraag aan U
Help ons om het ideaal van de gulden middenweg der Aristotelianen te verenigen
Door middel van jouw verzameling van Rechtvaardigheid, Waarheid en Integriteit

AMEN


Na het gebed wou Colar recht staan, maar de Aartsbisschop deed het teken dat hij nog iets mee te delen had. Wanneer Colar de brief aanhoorde, zuchtte hij. Was hij nu werkelijk nog komen opdagen? Dat maakt de zaken voor de beklaagde alleen maar erger. Nadat Elequest de brief had neergelegd stond Colar recht en nam nog een slokje water. Hij stapte rond in de ruimte en bekeek iedere aanwezige gast. Hij keek het tribunaal aan, stapte naar de voorzitter, vroeg de brief, las deze nog even door en nam dan zijn papieren. Hij ging naast de vier schildersezels staan die stonden opgesteld in het midden van de zaal.


Geachte aanwezigen, lieve gelovigen, heren van de officialiteit.
Ik vraag u mij te aanhoren in hetgeen ik te vertellen heb. Ik, Bisschoppelijke Aanklager, klaag heer Maarten de Zwarte aan wegens last aan een hoger prelaat. We spreken hier niet over een kardinaal, niet over de camerlengo. Neen! We spreken hier over de paus! Zijne Heiligheid werd beledigd door, op het moment van de feiten, hoofdredacteur van het KAP, Maarten de Zwarte. Meneer de Zwarte noemde Zijne Heiligheid en Rome; corrupt, leugenaars, gelddieven, profiteurs en misleiders. Hij uitte deze beledigingen in de context van de schatopgravingen rond de kerken. Zijne Heiligheid had hier een brief over geschreven waarin Hij zei dat Hij het ongehoord vond dat onze heiligen gronden werden beroofd door gravers.

Ik toon u de vier portretten.

Colar trok een voor een de doeken van over de portretten.

https://2img.net/h/oi47.tinypic.com/1499zj4.jpg
https://2img.net/h/oi46.tinypic.com/21cxst1.jpg
https://2img.net/h/oi50.tinypic.com/ncjns3.jpg
https://2img.net/h/oi48.tinypic.com/24bulfp.jpg

Ik kan u allen verzekeren deze portretten gemaakt zijn door een betrouwbare schilder. Er valt dus niet aan de echtheid van deze bewijslast te twijfelen. Maar omdat de beklaagde problemen heeft met het soort van bewijslast, ben ik zo vriendelijk om wel degelijk de getuigen Bootstrapbill, beter gekend als Bill Turner Wallace, hier aanwezig, naar voren te vragen. Ik vraag hem dan ook om deze getuigenis eerlijk af te leggen. Als dit niet het geval zou zijn, moge Jah hem dan straffen.
Dit is trouwens ook de tijd waarop ik wil ingaan op de brief die Maarten van op schip heeft verstuurd.

Als Maarten iets van de Teutoonse Orde zou afweten, zou hij moeten weten dat wij vechten tegen ketters, godslasteraars en andere verdwaalde en ongoddelijke wezens. Natuurlijk hebben Bill en ik dezelfde belangen, vermits deze het beschermen van het geloof is. Bill weet zelf ook goed genoeg dat op liegen een grote straf staat in het rijk van Jah. Waarom zou hij daarom liegen over deze schandelijke uitlating van Maarten? Het is inderdaad Bill die deze bewijslast heeft binnengebracht, maar hij is gekend als een goed gelovige en een zeer betrouwbaar persoon.

Alcohol en andere hersenverruimende middelen mogen niet als excuus dienen voor woorden en acties zoals die van heer de Zwarte. Het feit dat hij zijn grenzen niet kent, maakt deze zaak enkel maar schandelijker.

Nu zou ik graag de getuige naar voren roepen.