Kerkelijke Provincie Keulen
Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.

Kerkelijke Provincie Keulen

De Kerkelijke Provincie Utrecht
 
IndexPortaleZoekenLaatste afbeeldingenRegistrerenInloggen

 

 [Vertaald]Hagiografie van de Zalige Sjnoel

Ga naar beneden 
AuteurBericht
Nikolaj Rostov
Overleden
Nikolaj Rostov


Aantal berichten : 1123
Registration date : 04-07-08

[Vertaald]Hagiografie van de Zalige Sjnoel Empty
BerichtOnderwerp: [Vertaald]Hagiografie van de Zalige Sjnoel   [Vertaald]Hagiografie van de Zalige Sjnoel Icon_minitimema jun 29, 2009 4:45 pm

Citaat :
Hagiografie van de Zalige Sjnoel

[Vertaald]Hagiografie van de Zalige Sjnoel Saintofficelibricopiedy7

Dienaar van de Kerk en medestichter van de Nederlandse Kerk

Geboren in Lyonnais-Dauphiné, nam Sjnoel zeer snel de beslissing om de Aristotelische Kerk te dienen. Zijnde een vurige verdediger van deze laatste, heeft hij gezworen om haar met zijn leven te verdedigen. Wapens trekken hem nauwelijks aan, dus neemt hij de beslissingen die zijn leven van eenvoudige boer naar beroemde klerk zullen veranderen.

Hij vervoegde de Cisterciënzer Orde, een kloosterorde, waar hij met open armen werd ontvangen door vader Fredstleu. Hij liet zich dopen, nam het statuut van Broeder van de Orde aan en beëindigt zijn seminarie in het Seminarie Sint-Benedictus. Hij preekte in de hallen van zijn dorp, Dié, maar zeer snel hoorde hij over de streek Holland spreken, waar men het Nederlands sprak, een taal die hij bijzonder goed beheerste.

Sjnoel vervoegde de Teutoonse Orde, een orde waar hij veel had over horen spreken, en waar hij zich tot aangetrokken voelde. Dankzij het beheersen van de taal, groeide hij snel. Frans, Engels en Nederlands sprekend en Duits en Spaans lezend, vond hij een plaats in hun midden. Hij nam vervolgens de beslissing om naar Holland te verhuizen, na bij de Roomse Inquisitie te integreren, waar hij na de selectie van de kandidaten werd aanvaard. Hij zou deze taak op de nieuwe gronden in het noorden voortzetten.

Met zijn oom kwam hij aan, een van de eersten in Holland, een leeg land, vol onwetende mensen. Zijn enige taak was om hen te onderwijzen, maar vooral, om een religieuze politiek te voeren, in naam van de Heilige Aristotelische Kerk. Hij vervoegde de Raad, in de positie van Kanselier. Hij legde zijn kandidatuur neer voor de Apostolische Nonciatuur terzelfder tijd, aldus werd hij aanvaard als Apostolische Nuntius voor de regio Holland.

Enkele maanden gingen voorbij, maar religie leek het Hollandse volk weinig bezig te houden. Het weigerde het, negeerde het compleet, net als diaken Sjnoel, diaken van Rotterdam intertijd. Onophoudelijk onder de druk van de Curie, vervolgde hij zijn weg, en stelde het Concordaat tussen de Aristotelische Kerk en het Graafschap Holland op. Dit laatste document deed een danige polemiek opwaaien, zodat de jonge Sjnoel de ergste kritieken te verduren kreeg, maar de man bleef volharden.

Na een maand van grote discussies tussen de bevolking, de Raad, en Sjnoel zelf, slaagde hij erin het Concordaat erdoor te krijgen. Vanaf dat moment, wist Sjnoel, waren de fundamenten gelegd. Hij aarzelde niet om naar Leiden te verhuizen, ten noorden van Rotterdam, en werd er Priester. Hij leidde er aldus, met vaste had de pastorij. Korte tijd later nam hij diaken Sonho onder zijn hoede, die een uitstekende leerling bleek te zijn.


Aan het hoofd van het graafschap - Sjnoel trouwe Teutoon

[Vertaald]Hagiografie van de Zalige Sjnoel 25979273747a0d84eb3474

Het is dan, ten tijde van de graafschapelijke verkiezingen, dat hij genomineerd en gekroond wordt tot Graaf van Holland. Hij regeerde op een religieuze manier, door de religie op de eerste plaats te zetten voor iedere andere zaak. Hij voerde belangrijke hervormingen door op niveau van de instellingen en bracht de overblijvende problemen van het "Concordaat tussen het Graafschap Holland en de Zeer Heilige Rooms-Aristotelische Kerk" in regel.

Tijdens zijn regeerperiode richtte hij een Nederlandstalige tak op van de Teutoonse Orde, een orde waarin hij het statuut van "Ordenskaplan" bereikt had. Hij had geen enkele moeilijkheid om leden te vinden niettegenstaande er enkele obstakels op de weg verschenen, zoals personen die de scheiding van Kerk en Staat wilden, wat ondenkbaar was voor de jonge geestelijke. Hij maakte deel uit van de Curie, die niet laks bleef. De Orde in kwestie viel enkele maanden later terwijl de Teutoonse Orde in omvang toenams en onder haar rangen een twintigtal mensen telde.

Velen onder hen waren discipelen of zeer goede vrienden van Sjnoel, en wijdden hun leven aan hem. Hij zei daarom:

"Wijdt uw leven aan de Kerk en niet aan mij, ik ben maar een herder van de kudde, die jullie zal leiden naar de Glorie van de Zeer-Hoge!"

Dezen verschenen en spiegelden zich in dienst van de Kerk in de Teutoonse Orde. Het mandaat van Sjnoel kwam op zijn einde, waarop hij gekroond werd tot Graaf van Gouda. Hij schonk aan de Teutoonse Orde een commando-post die werd ingericht als intendance. Net zoals hij deed met Krimpen, de Nederlandstalige generale commando-post. Een Militair-Religieuze Orde werd zo machtig in het graafschap dat een andere taal sprak dan het Frans of het Sacrum Romanorum Imperium Nationis Germanicae.

Enkele veldslagen vonden plaats tegen een groep dieven, wilden, bandieten oftewel rovers. Bij het begin ervan werd Sjnoel benoemd tot Hochmeister, de belangrijkste titel in de Orde, wat Grootmeester betekent. Hij vertrok dus samen met de anderen voor het gevecht, ongewapend natuurlijk zoals het Kanonieke Recht gebied, wat hem zwaar viel. Elk gevecht werd gewonnen door de Teutonen en het Hollandse Leger. Het vertrouwen in de Teutoonse Orde groeide, ongeveer gelijk met haar leden, die herhaaldelijk de steen van het Graafschap bevrijdden.


Aartsbisschop van Keulen - Het einde van een gids

Hoewel de vermoeidheid de jonge priester meer en meer begon te raken, ging hij verder met zijn taak en zijn wil die eruit bestond de Ware te dienen met strengheid en passie. De vertalingen van het Kanonieke Recht en het Boek der Deugden vorderden goed en begonnen aan hun einde te komen. Dit was een extreem uitputtend werk, een werk van opzoekingswerk en van talenkennis. Hij moest goede mensen vinden die de juiste diploma's in hun taal hadden. Aldus kon hij er slechts een tiental vinden. Nochtans waren zij erg bekwaam en het is om die reden dat de Zielenherder van Leiden benoemd werd tot Aartsbisschop van Keulen door het Bisschoppelijk College van het Duitse Heilige Keizerrijk.

Voortaan was het tijd om de instelling van het Aartsbisdom te herorganiseren en herstarten, en om zijn reputatie in de rest van de Aristotelische wereld te verhogen. Een Inquisitie met tribunalen, advocaten, rechters en Procureurs moest georganiseerd worden. Een Bisschoppelijk Leger moest op hetzelfde moment worden ontwikkeld. Tot op de dag van vandaag bestaat dit nog niet, maar de kazerne werd gebouwd en de vertalingen gemaakt dankzij een vrouw met de naam Raldar. Zij heeft zich voor de Garde ingezet, maar werd helaas ook teruggeroepen bij de Zeer-Hoge.

Alles stelde zich op, alle organiseerde zich, en het Aartsbisdom begon zijn omvang te vinden. Pelgrimstochten werden gehouden in de richting van het Aartsbisdom met de missie om de kennis van Rome te preken. Dit deed de noordelijke provincie alleen maar goed. De Aartsbisschop had de partij Ultra Montanus opgericht in Holland. Deze partij won de graafschappelijke verkiezingen en een Gravin van deze parij nam de macht en voerde hervormingen door ten gunste van de Kerk.

Twee maanden gingen voorbij en de priester werd ziek. Zijn vermoeidheid had een punt bereikt waarop hij zich moest afsluiten van de wemelende wereld, levend en wel vertrok hij voor een spirituele bezinning van twee maanden. Hij kwam slechts éénmaal terug om zijn vertrek van de wereld aan te kondigen. Hij liet een brief na samen met zijn testament. Vervolgens verliet hij de Aarde om zich bij de Zon aan te sluiten na een kort maar intensief leven, een leven dat de Kerk deed uitgroeien waardoor deze groter werd dan voorheen, en voortaan honderden nieuwe volgelingen telde, klaar om de Kerk te dienen tot het Einde der Tijden.


Hommages aan de Aartsbisschop

Zijne Eminentie MrGroar :

« Homme volontaire, audacieux, téméraire et parfois impatient, Sjnoel a toujours su écouter ses amis et aider son prochain »

(Wilskrachtige man, dapper, stoutmoedig en soms ongeduldig, Sjnoel wist altijd naar zijn vrienden te luisteren en zijn naaste te helpen.)

Gravin Nadia de Ligne :

« Gedreven, grondlegger van het Aristotelische Geloof in Holland, een groot man voor het Graafschap.


(Personne rigoureuse, fondateur de l’Eglise Aristotélicienne en Hollande, un grand homme pour le Comté Hollandais.)

Zijne Excellentie DragothAr Ooms :

« Als je Holland zou mogen vergelijken met een gierstveld, dan is Monseigneur Sjnoel het eerste zaadje dat de Almachtige gezaaid heeft in deze vruchtbare bodem. En door dit ene zaadje mag ik dezer dagen genieten van een rijk gevuld veld waar ik goed de Vruchten van de Heer kan oogsten.”

( Si l’on devait comparer l’Hollande à un champ de maîs, alors Monseigneur Sjnoel est la première graine que le Très-Haut a semé dans ce sol fertile. Et grâce à cette première graine j’ai le droit de profiter en ces jours d’un champ bien rempli dans lequel je peux récolter les fruits du Seigneur.)

Gravin Karanda de Ligne :

“Sjnoel is voor mij de vader van het geloof in Holland, een van de grondleggers van de Raad van Holland en een goedwillende wereldverbeteraar.”

(Sjnoel est pour le père de la Foi en Hollande, un des fondateurs du Conseil Hollandais et un sage qui tentait d’améliorer le monde.)


Dame Pippa :

"Zijn leven stond in dienst van de kerk, vele uren vertaalde hij de geschriften, zijn eenzaamheid hierdoor voor lief nemend, hij had grote wijsheid maar kon slecht tegen domheid en reageerde hier op met groot ongeduld, voor hen die dichtbij zn hart waren had hij echter alle geduld, liefde en zorgzaamheid. Hij wordt erg gemist."

(Sa vie était dédiée à l’Eglise, pendant de nombreuses heures, il passait à traduire des textes, sa solitude ne lui importait peu, ses connaissances étaient nombreuses, cependant il ne supportait pas les ignorants et sa réaction sur ses gens là, fut parfois impatiente. Pour ceux près de son cœur, il possédait toute la patience et l’écoute. Il nous manque.)

Citaat :


In het begin, voelde de oude cisterciënzer rector, roger, zich ziek, de zeventiende dag van de vijfde maand in het Jaar onzes Heren 1457 en een dokter werd geroepen de volgende dag. Het verdict kwam onmiddellijk. De coma van in het begin veranderde in een verwijdering In Gratibus (IG), sterke indicatie van een definitieve breuk tussen de ziel en het lichaam. Dan, als bij verrassing, een nieuwe neurale verbinding In Gratibus vond plaats de negentiende van de vijfde maand in het Jaar onzes Heren 1457 om 02h.33. Men mocht terug hopen. Zou Roger uit zijn coma opstaan, Res Parendo?

In de nacht van de twintigste van de vijfde maand, blies een mysterieuze wind door alle hoeken van de abdij Sint Bernard, die de enkele monnikken, die op dat uur nog aan het bidden waren, deed huiveren. Een zacht inwendig, ritmisch gezang leek de getuigen te sussen die het moment zeker en rustig tegemoet keken. Een ervaring moeilijk beschrijfbaar, zij zullen u er beter over kunnen vertellen dan ik. Dan, werd de kalmte op vreemde wijze gebroken door het slaan van vleugels en een kreet van een roofvogel. Een novice bevestigde zelfs dat hij een zwarte arend zag dichtbij het comateuze lichaam van Broeder Roger, in zijn cel.

De eenentwintigste dag van de vijfde maand, ondanks het verdriet om de gezondheidsproblemen van Roger, begonnen de feestelijkheden van Sint Arnvald in de Cisterciënzer abdij. Tot plots, het mirakel: de aankomst van de zwarte Teutonische arend bij de plaats waar Broeder Roger rustte. Hij ontwaakte uit zijn diepe coma met veel ophef en kwam in de abdij om zijn miraculeuze terugkomst te delen. Broeder Roger heeft Sjnoel gezien, aan wie dit mirakel toe te schrijven is. Een geïmproviseerd en spontaan gezang vulde de abdij om dit uitzonderlijke moment te vieren, een gezang dat eenieder eerder gevoeld had.

Een mooie dag
Of was het een nacht
In Noirlac was hij ingeslapen
Wanneer plots uit de abdij
Omgeven door Licht
Een zwarte arend verrees

Traag opende Roger zijn ogen
Traag ontwaakte hij uit zijn coma
Bij hem, in vleugelgeruis
Als uit de hemel gevallen
Zag hij Sjnoel

Hij droeg Teutoonse kleuren
En sprak met lage stem
Het was toen, dat de cistercijnzer abt
Zijn kracht terugvond
En opstond uit zijn slaap

O, Allerhoogste
Uw Vinger raakte hem
U bracht hem terug bij zijn broeders
U bent daarom de Allerhoogste
Zij die het durven ontkennen
Dat ze bestreden worden

Deze dag, gezegend boven alle Heiligen
De Hollandse grondlegger
De held van Cisterciënzer gronden
Opgestaan uit het verleden
Hij is teruggekomen

"Zeg mij Broeder, o zeg en hoor ons aan
Geef het ons om uw wijsheid te leven
Maak van ons bouwers van keizerrijken
In dienst van de Allerhoogste
Altijd in het geloof.

Zoals toen, in uw Cisterciënzer leven
Zoals toen, bij uw Teutoonse broeders
Zoals toen, als hoeder van Leiden
Brenger van vreugde,
Toon ons wonderen!"

Kleding met de kleur van de nacht
Een stem, of was het een robijn?
Ik was bang, hij gaf me hoop
De vogel heeft ons verlaten
Alleen met Broeder Roger

De zwarte arend sloeg zijn vleugels uit
Vertrok om de hemel te vervoegen
En altijd, in het hemels paradijs
Over zijn Broeders en Zusters
Hij waakt over onze levens

Terug naar boven Ga naar beneden
 
[Vertaald]Hagiografie van de Zalige Sjnoel
Terug naar boven 
Pagina 1 van 1
 Soortgelijke onderwerpen
-
» [Vertaald]Hagiografie van de Apostel Paulos
» [Vertaald]Hagiografie van de Heilige Marie-Madeleine
» Hagiografie van de Aartsengel St. Michel
» Hagiografie van Sint Thomas

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Kerkelijke Provincie Keulen :: De Bibliotheek :: Scriptorium-
Ga naar: