Hoofdstuk I - De geboorte - Daar waar wij de term introduceren, en daar waar wij meer leren over de omstandigheden van de geboorte van de profeet. Hoofdstuk II - De openbarind - Waar Aristotles het Parool van de Schepper ontvangt. Hoofdstuk III - De ziel - Waar Aristotles en Epimanos vast stellen dat de mens een geest moet hebben, in tegenstelling tot dieren. Hoofdstuk IV - Het bekomen van de ziel - Waar Aristoteles vast stelt dat het toekomstige leven van de ziel, het leven dat na de dood en de vernietiging van het lichaam komt, zich vandaag al klaarmaakt. Hoofdstuk V - De dwaling - Waar Aristoteles bekend maakt dat het geen zin heeft dat men meerdere goden aanbid, en dat in alle gevallen, de eenheid beter is dan de verdeeldheid. Hoofdstuk VI - De meester - Waar Aristoteles, Platus ontmoet, zijn leraar, en hem verbaasd met zijn behendigheid met het syllogisme. Hoofdstuk VII - De breuk - Waar Aristoteles scheid van zijn leraar om een simpele ideeën copie. Hoofdstuk VIII - De eenheid van God - Waar Aristoteles vast stelt dat God uniek is, en niet meervoudig. Hoofdstuk IX - De afkomst van de sterren - Waar Aristoteles een van zijn discipelen feliciteerd voor zijn helderziendheid, want hij heeft ontdekt, dat de sterren van goddelijke afkomst zijn, omdat zij ronddraaien. Hoofdstuk X - De moraal - Waar Aristoteles meer zegt over de herkenning van het goede en het kwade. Hoofdstuk XI - De droom - Waar Aristoteles droomt over een ideale stad. Hoofdstuk XII - De kluizenaar - Waar Aristoteles de sociale natuur van de mens bevestigd. Hoofdstuk XIII - De verwelkoming bij Polyphilos - Waar Aristoteles zegt dat men zich moeten kunnen begeven onder echte vrienden. Hoofdstuk XIV - De jonge filosoof
Inleiding des Dogma des Heiligen Kerke Aristotelisch